Nederlanders houden van rookworsten; de gemiddelde Nederlander eet er maar liefst zes per jaar. Lekker bij stamppotten, ovenschotels en soepen, maar natuurlijk ook op de boterham en als hapje.
Wat zit er in?
Rookworst wordt gemaakt van fijn gemalen vlees met specerijen en zout. Verreweg de meeste rookworsten worden gemaakt van varkensvlees, rundvlees of een combinatie van beiden. Het vleesmengsel wordt in de meeste gevallen in een natuurdarm gestopt. De ambachtelijke worsten worden eerst even aangedroogd en daarna gerookt in een speciale rookkast
Rookworst wordt gegaard of geweld in water dat net niet kookt. Laat het water écht niet teveel borrelen, want dan knapt het velletje van de worst en lopen de sappen er uit. En denk er om: rookworst moet ook rusten. Als we de worst even rustig laten liggen onder folie kunnen de vleessappen zich verspreiden. Dat komt de smaak van de worst zeker ten goede.
Roken
De rook zorgt niet alleen voor het conserveren, maar geeft de worst ook de specifieke smaak. Rook dringt alleen door in de buitenkant van de worst. Daarom combineert de Keurslager de techniek van roken met drogen, zouten en soms koken en vacumeren.